
Al in de oudheid dienden vlinderbloemigen als stikstofbron, en ook in de moderne akkerbouw kunnen ze nog steeds een belangrijke functie vervullen. Vooral op biologische bedrijven, maar ook op gangbare bedrijven, kunnen ze een aanvulling op de bemesting vormen. Een belangrijke eigenschap van de vlinderbloemigen is namelijk het stikstofbindend vermogen. Vlinderbloemigen leven in symbiose met bepaalde bacteriën (Rhizobium-bacteriën), en deze bacteriën zijn er de oorzaak van dat aan de wortels knolletjes ontstaan. Met deze zogenaamde stikstofknolletjes is de plant in staat stikstof uit de lucht te binden. Vlinderbloemigen verrijken op deze manier de grond met stikstof en ze leveren bovendien hoogwaardige, stikstofrijke organische stof. Vlinderbloemigen worden als groenbemester in monocultuur geteeld, maar ook in groenbemestermengsels vanwege de extra stikstofbinding.
